De poepdoos

De dag begint in Westende. Een soort Vlaamse Joop (vriendelijk, behulpzaam, en zin in een praatje dus) waarschuwt dat we makkelijk €150,- boete hadden kunnen krijgen omdat we niet op een voor campers toegestane plaats staan. We schijnen geluk te hebben gehad. We ontbijten met meegebrachte Utrechtse boterhammen. Het douchen in het kleine badhok is even wennen, maar dat het überhaupt kan, is geweldig. Je maakt campings mee waar je het met minder of met kouder water moet doen. Ook het gebruik van het chemisch Weeceetje valt mee. Ik had vaak mannen met hun WC cassettes zien lopen op campings en niet gedacht er ooit zo een te worden. Het ziet er toch altijd vrij sneu uit. Youp zou er een uur over door kunnen mekkeren. Nog nooit een vrouw met zo’n ding zien lopen trouwens. Vanaf vandaag hoor ik ook bij de club. Volgend jaar samen met Sandra op dezelfde fiets in het zelfde trainingspak de camping over? Wie weet. Het legen en omspoelen blijkt overigens niet zo erg als ik altijd vreesde. Dan rijden we naar Valéry-en-Caux (tip van Bas).

Hier hebben we de eerste ervaring met het fenomeen camperplaats. Op een op zich leuk plekje staan de kampeerwagens dicht op elkaar. Zij die het eerst arriveerden hebben zeezicht, wij niet. Het is wel nabij een prachtig steil kiezelstrand en het stadje is mooi. Terwijl Sandra de camper bewoonbaar maakt gaat de rest naar het strand. Een familie met kinderen met mutsen op en sjaals om verslikt zich bijna in hun broodjes bij de aanblik van Miki die een echte duik in de zee neemt.
Miki en Reinier gaan dan op de fiets het stadje in en kopen rogvleugel in een kraampje aan de haven en venkel in het supermarktje voor de avondmaaltijd.